
Ze kwam binnen met spanning op haar schouders en een hart vol zorgen."Mijn collega communiceert niet," zei ze. "En dan weet ik niet wat ik nog moet doen. Hij doet het ook niet op míjn manier. Dan ben ik bang dat ik straks alles moet doen en weer in een burn-out terechtkom."
Ze wilde graag de controle houden uit bescherming.“Als ik het niet doe, wie dan wel?”
Ik vroeg haar hoe het voelde in haar lijf, nu ze zich zo uitsprak.“Druk in mijn voorhoofd,” zei ze. “Alsof er een kleuter op een stuk papier aan het krassen is.”
En wat gebeurt er als je daar met je aandacht bij blijft?“Dan wordt het wat rustiger,” zei ze.
Ik nodigde haar uit om de mogelijkheid te overwegen de controle los te laten.Wat voel je dan?Ze aarzelde. “Het is mogelijk,” zei ze. En toen liet het mokkende deel zich zien.“Oké dan… vooruit.”
Dát was het moment.Van strakke vorm en regie, naar iets nieuws: vormloosheid.Niet leeg of stuurloos, maar als een zitzak, zacht, beweeglijk, én met een stabiele basis.
“Hoe voelt dat nu?” “Ik voel rust in mijn voorhoofd… en energie in mijn lichaam. Daar word ik blij van.”
En als je er nu vanuitgaat dat jij die rust, die energie, die blijdschap bent, wat voel je dan? “Overgave,” zei ze.En de realisatie kwam: ik hoef mezelf niet te verliezen als ik meebeweeg met de ander.
Langzaam bewoog haar hand naar haar hart. Er ontstond mildheid.Mildheid voor dat deel in haar dat al die tijd zo hard had gewerkt, zo z’n best had gedaan, alles wilde overzien en dat nu, eindelijk, even mocht rusten.
“Dat vind ik nog wel lastig, om mezelf dat toe te staan.” “Dat mag,” zei ik haar.
Wat gebeurt er als je erkent dat je het nog lastig vindt om te mogen rusten? “Dan voel ik rust.” Ze zakte onderuit. Alsof ze plaatsnam in een zitzak en zichzelf kon dragen.
Van invloed naar overgaveHet besef dat het leven niet altijd aan onze verwachtingen voldoet, vraagt ons om ons te verhouden tot imperfectie. We worden uitgenodigd om ons te verzoenen met het onvermijdelijke tekort en daarmee ook met de grenzen van onze invloed. Die verzoening begint bij het herkennen en erkennen van onze frustraties en teleurstellingen. Niet om ze te onderdrukken of te negeren, maar om ze werkelijk aan te kijken.
Door dat proces kunnen we als mens verfijnder worden dan de omgeving waarin we zijn opgegroeid. We krijgen de kans om het patroon niet automatisch te herhalen. Onze frustraties worden zo geen blokkade, maar een ingang tot zelfinzicht en groei.
Wanneer we frustraties niet bewust verwerken, bestaat het risico dat we ze persoonlijk gaan nemen. Het leven, of de ander, lijkt het op ons gemunt te hebben. We vervallen in bitterheid of slachtofferschap. We onderschatten onze eigen invloed, terwijl we de macht van anderen overschatten. Onbewust kunnen we dan iedereen om ons heen verantwoordelijk maken voor ons gemis, ons lijden of ons onrecht.
In zulke gevallen is er sprake van wat Ingeborg Bosch ‘valse macht’ noemt. Het is een dynamiek waarin we ons geluk buiten onszelf plaatsen, in handen van een ander of de wereld. Soms komt dit tot uiting in de verwachting dat anderen zich zullen verontschuldigen of erkennen dat ze ons tekort hebben gedaan. De hoop daarop wordt een subtiele verslaving: een valse hoop.
Een andere vorm van valse macht is de overschatting van de eigen verantwoordelijkheid. Dan proberen we het leven volledig naar onze hand te zetten, alsof we alles zouden kunnen controleren of herstellen. Beide vormen, gebaseerd op machteloosheid, brengen ons verder weg van werkelijke invloed.
Werkelijke volwassenheid vraagt dat we onze frustraties leren ‘in beheer’ nemen.Dat betekent: niet erin meegesleept worden, maar ze ook niet negeren.Het vraagt van ons om die innerlijke beweging te maken van vechten tegen wat is, naar aanwezig zijn bij wat is.Alleen zo kunnen we loskomen van destructieve patronen en ruimte maken voor echte afstemming op onszelf, en op anderen.
Soms is onze grootste kracht niet dat we invloed uitoefenen,maar dat we durven ontvangen wat ís, zonder te sturen, zonder te beheersen.In die overgave vinden we rust, energie, én zachtheid.
Reactie plaatsen
Reacties