Leven in een narcistisch veld betekent zelden dat je werkelijk leeft. Vaker betekent het dat je overleeft, niet zichtbaar of luid, maar diep vanbinnen, in de stille lagen van je lichaam en je bewustzijn. Je zenuwstelsel staat voortdurend open. Je voelt stemmingen nog voordat ze worden uitgesproken en je lichaam scant, luistert en past zich aan. Je denkt na, en opnieuw, en nog eens, niet omdat je onzeker bent, maar omdat voorzichtigheid ooit noodzakelijk was om jezelf te beschermen. Je verontschuldigt je voor dingen die nooit van jou waren, niet omdat je fout bent, maar omdat vrede bewaren veiliger voelde dan volledig jezelf zijn.
In een narcistisch systeem leert je lichaam waakzaam te blijven. Niet omdat jij dat kiest, maar omdat het ooit nodig was. Deze voortdurende staat van afstemming, waarin je beweegt tussen aantrekken en terugtrekken, tussen spreken en zwijgen, laat sporen na in je hele zijn. Voor de buitenwereld kun je daardoor anders lijken. Voorzichtig, verklarend, gespannen of gericht op het goed doen. Wat zij waarnemen zijn echter slechts de echo’s, niet de bron.
De buitenwereld ziet niet hoe jouw werkelijkheid subtiel werd ontkend en hoe je waarheid langzaam werd verschoven totdat je begon te twijfelen aan wat je diep vanbinnen al wist. Ze zien het gaslighten niet, maar wel je neiging om alles uit te leggen. Ze zien de woede niet die geen veilige plek kreeg, maar wel de spanning in je lichaam. Ze zien de voortdurende kritiek niet, maar wel je verlangen om het goed te doen en niets verkeerd te laten vallen.
Omdat dit innerlijke landschap voor anderen verborgen blijft, ontvang je vaak woorden die vriendelijk klinken, maar niet werkelijk landen. Woorden die zeggen dat het vast niet zo bedoeld was, dat iedereen zijn best doet, dat geen enkele relatie perfect is en dat je ook moet kijken naar wat je krijgt. Deze woorden zijn zelden kwaad bedoeld, maar ze zijn niet afgestemd op jouw ervaring. Ze komen voort uit een perspectief dat het veld waarin jij leeft niet kent en missen de lagen van langdurige verwarring, ontregeling en zelfvervreemding die zich langzaam hebben opgebouwd.
Juist daarom kunnen deze woorden zo pijnlijk zijn. Niet omdat ze hard zijn, maar omdat ze je uitnodigen om jezelf opnieuw te verlaten en je innerlijke weten terzijde te schuiven. Terwijl jouw lichaam allang weet wat waar is. Je adem weet het. Je zenuwstelsel weet het. Het liegt niet.
Je bent niet te gevoelig, niet zwak en niet verward. Je bent afgestemd. Je bent voelend. Je bent aanwezig in een omgeving die voortdurend vroeg om aanpassing en zelfverloochening. Niemand kent jouw ervaring beter dan jij en niemand voelt de subtiele verstoringen in jouw zijn zoals jij dat doet.
Je hoeft je waarheid niet te verdedigen of te bewijzen. Je hoeft haar niet uit te leggen aan wie haar niet kan of wil voelen. Jij bent de autoriteit van jouw leven. De wijsheid waar je naar zoekt leeft al in jou. Herstel begint niet bij begrijpen, maar bij herinneren. Herinneren wie je was voordat je jezelf moest aanpassen. Herinneren hoe veiligheid voelt in je lichaam. Herinneren dat jouw zijn voldoende is.
Wanneer je voelt dat het tijd is om je zenuwstelsel te begeleiden van voortdurende waakzaamheid naar rust en van overleven naar aanwezigheid, nodig ik je uit om te voelen of mijn coaching een bedding voor je kan zijn. Een ruimte waarin vertraging, regulatie en thuiskomen centraal staan, niet om iemand anders te worden, maar om terug te keren naar wie je altijd al was.
Reactie plaatsen
Reacties